te Haarzuilens
Van spookkasteel tot sprookjeskasteel, zo zou je kort de belangrijkste
bouwfase kunnen omschrijven van het
kasteel
zoals we het nu kennen.
Met de eerste bouwfase, die in de 14e eeuw vermoed wordt,
heeft dat sprookje niet zoveel te maken. Ook niet met de tweede, die volgde op een
brandstichting in 1482.
Het middeleeuwse kasteel was namelijk helemaal vervallen tot een
ruïne
toen architect
Pierre Cuypers
het van 1892 tot 1912 onder handen nam. Deze architect,
vooral bekend van
neogotische
kerken en serieuze restauraties, mocht hier
de droom verwezenlijken van een heer voor wie geld geen rol speelde:
Etienne baron van Zuylen van Nyevelt van de Haar.
En niet te vergeten: ook de droom van zijn vrouw barones Hélène de Rothschild.
Waar kennen we die naam toch ook weer van? Was dat niet iets met geld, veel geld?
De Haar is een van de grootste kastelen van Nederland.
Uitgaande van de middeleeuwse resten
ontstond een luxueuze woning 'op stand' met een onregelmatige vierhoek als plattegrond,
gelegen tussen drie ronde
muurtorens,
die nu wat hoger werden.
De vierkante
poorttoren
is verzonnen, maar
reconstructie
van de
middeleeuwse toestand was ook helemaal niet het uitgangspunt.
Buitengewoon handig was het idee om de vroegere binnenplaats met een
houten tongewelf
te overdekken,
zodat een heel rijk versierde neogotische hal ontstond.
In feite dragen onzichtbare, toen moderne gietijzeren spanten de constructie.
Alle vertrekken werden gedecoreerd en ingericht door het Roermondse atelier van Cuypers.
Op grond van oude afbeeldingen werden de opvallende
weergangen
herbouwd als een kruising van een
hordijs
en een
machicoulis.
Meer fantasie is gebruikt voor het romantische 'chatelet', een soort
kasteeltje op de plaats van de oude voorburcht.
Het complex omvat nog meer gebouwen en enorme, indrukwekkende tuinen.
De slotkapel staat dicht bij de
burchtgracht,
maar is niet wat ze lijkt.
Het gaat hier om de (vernieuwde) oude dorpskerk van het dorp
Haarzuilens,
waarvan de rest voor het park werd gesloopt.
De dorpelingen kregen nieuwe huizen op een
beschaafde afstand en daar hoor je niemand meer klagen:
cultuur-toerisme
is een moderne bron van inkomsten.
Tekst: Jean Penders (10-2006). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders